Geschiedenis
Back_Home_005 img20190828_23071122 Foto gemaakt door G. Brokelman

Hardenberg als streekcentrum krijgt steeds meer te maken met de streken van opgeschoten jeugd uit de regio. Streken die echter handen vol geld maar ook irritatie ergernis kosten. De bewoners staan als het ware machteloos tegenover de situatie zoals die in het Oosteinde is ontstaan. Amper was verleden week de promenade in Voorstraat en Oosteinde geopend, of in de nacht van vrijdag op zaterdag werden de eerste vernielingen aangericht.

rommel_Oosteinde‘Je staat er met ingehouden woede en tranen in de ogen naar te kijken als je ziet hoe die dronken kerel te keer gaan’, zegt een van de omwonenden die van dit nachtelijk gebeuren getuige was. ‘Ze trokken struiken en planten uit de bloembakken en smeten die tegen de ramen en etalages. De grote bloembakken werden gewoon op straat omgekeerd en even later leek het alsof er een ware veldslag had gewoed. En dat alles omdat die discobar hier is gevestigd waar ze zich dan ook laveloos drinken. Die bar is een enorme trekpleister voor de jeugd uit heel de regio en nu in het vakantieseizoen nog meer natuurlijk.

Het erge is dat de gemeente die gelegenheden tot twee uur ’s nachts open laat. Dan begint de ellende pas goed, want buiten gan ze zich te buiten aan allerlei ellende’. Een getuige wist het kenteken van een auto te noteren en dit aan de politie door te geven. ‘We zijn er achteraan geweest en we hebben de wagen op het juiste adres terug gevonden’, zegt inspecteur P. Gassenbeek op het politiebureau. ‘Maar op dat moment kwam er ook een melding van een aanrijding en toen moest de wagen naar Slagharen. Ze konden op dat moment ook weinig doen. Het is geen feit waarvoor je een woning binnen gaan en waarvoor je iemand in verzekerde bewaring kan stellen’.

Bij de recherche wist men van het hele geval ook weinig af. ‘De bewoners en omwonenden kunnen dan wel klagen, bij ons is er geen aangifte van vernieling binnengekomen’ zegt de recherchecommandant. ‘En wat moeten we dan? Wij kunnen er dan niet achteraan gaan’. Het geheel is een uiterst moeilijke zaak, voor omwonenden en voor de gemeente. Klagen alleen helpt niet. De politie houdt, ondanks onderbezetting door de vakantie, een extra oogje in het zeil, maar als de politie er is gebeurt er niets.

Goed, het kan preventief werken. Maar als de omwonenden er zo’n last van hebben moeten ze gezamenlijk een brief opstellen en die, ondergetekend door alle belanghebbenden, aan het college van B en W richten. Het college zal dan ons als politie vragen wat er eventueel aan te doen is en wij zullen advies uitbrengen. Dan kunnen we de mogelijkheden bekijken’, aldus een politiewoordvoerder.

Opmerkelijk is het dat de meeste overlast niet van de Hardenbergers, maar juist van die lui buiten de stad komt. Dat blijkt ook uit de vernielingen die worden gepleegd in trein en bus. Voor de omwonenden en de Handelsvereniging, die er alles aan doen om een zo gezellig mogelijke winkelstraat te hebben, is het natuurlijk een trieste zaak dat al hun werk door zo’n stel, al dan niet brooddronken lui, wordt vernield. Misschien dat er eens overleg gepleegd kan worden tussen de belanghebbenden, politie en gemeente en dat dan een oplossing kan worden gevonden?