Geschiedenis
Reunie_005 Reunie_016 img20190828_18293194

Sluiting bars opnieuw bekijken

PvdA-er L. van Meenen heeft in de begrotingsvergadering een balletje opgegooid over wijziging van de sluitingstijd van bars. Hij wees er op dat 2 jaar geleden de sluitingstijd is vervroegd en dat er in die tijd heel wat veranderd is, ook wat de behoefte betreft. Hij stelde voor dit eens te overdenken en in de raadscommissievergadering Algemene Zaken te brengen. Burgemeester Van Splunder zei dat het college hiermee akkoord gaat.

De Jonge Socialisten en een groep jongeren in Hardenberg zijn het niet eens met de conclusie van B en W dat de barsluiting niet verruimd moet worden. Zoals gemeld vindt ook de Horeca Vereniging Hardenberg dat de regeling weer soepeler gehanteerd moet worden. De betrokkenen wijzen er op, dat in Coevorden een selectief beleid wordt gevoerd, die goed voldoet.

En verder wordt gewezen op de gemeenten Gasselte en Gieten waar de colleges van B en W als proef de sluitingstijden willen vrij laten. Bij de bars aldaar is dit goed ontvangen. Bij navraag blijken de café’ s er niet zo’n behoefte aan te hebben. Voor een half jaar wil men de proef nemen. De horecabedrijven mogen in die periode zelf weten hoe laat ze gaan sluiten. Er zijn bars die voor zichzelf de tijd op 2 uur , ook 3 uur en zelfs 4 uur hebben gesteld. Gesteld wordt dat het hier om een bepaald publiek gaat, dat gauw door zal hebben tot hoe laat een bepaalde bar geopend blijft.

De betrokkenen die de sluitingstijd in Hardenberg weer verruimd willen zien, vinden dat ook in deze gemeente de proef kan worden genomen.

De Horeca Vereniging Hardenberg vindt dat de sluitingstijd van bars moet worden verlengd. De HVH, waarvan de heer G. Brus uit Slagharen het secretariaat heeft, wijst er op dat het sluitingsuur van 00.30 uur achterhaald is en niet past bij de belangrijke streekfunctie die Hardenberg vervult. Daarbij wordt gewezen naar de industrie, toerisme en nieuw winkelerf.

De HVH vindt de handhaving van het vroege sluitingsuur middeleeuws. ‘Aangezien de horeca een belangrijke sociale functie verricht betreuren wij dat in deze moderne gemeente een middeleeuws sluitingsuur wordt toegepast. Wij en onze gasten betreuren dit zeer’, aldus de HVH. De HVH richt zich daarom op de politieke partijen. Dit met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen op 2 juni.

‘Enkele politieke partijen zien nu ook in dat deze meetregel ten nadele van een zo’n moderne gemeenschap werkt. Daar wij als horeca een eenzame strijd voeren doen wij een beroep op de weldenkende burgers een stem uit te brengen op die partijen die onze materie daadwerkelijk behartigen’.

De PvdA heeft het verlengen van het sluitingsuur in haar partijprogramma staan. De Jonge Socialisten uit de PvdA hebben een kaartenactie gehouden om een langer sluitingsuur te realiseren. Reeds meer dan 1300 kaarten zijn reeds ondertekend.

Alleen praten over latere sluitingstijd heeft geen zin.

De heren Zuidema (PvdA) en Buiteman (VVD) hebben gisteravond in de raad gepleit voor verruiming van de barsluitingstijd. ‘Het college vindt dat er geen zekerheid is dat er geen overlast meer zal worden veroorzaakt. Maar hoe kan men hier achter komen als men het niet eens probeert de bars langer open te houden?’ aldus de heer Buiteman. Hij betoogde dat door de overlast bij enkele bars ook andere bedrijven vroeger moeten sluiten. Hij noemde dit onredelijk.
De VVD-er wees er op dat bij milieuzaken geldt dat de vervuiler betaalt en dat dit ook zou moeten gelden in deze kwestie, namelijk de veroorzaker betaalt’. Hij pleitte voor een later sluitingsuur, vooral nu het voor veel bedrijven steeds moeilijker wordt.

‘Ik heb ook ouders gesproken die zeiden, ik heb liever dat ze later thuis komen uit een café in Hardenberg dan uit een café uit een andere plaats. Je kunt ze toch niet thuis houden’. Hij pleitte voor een enquête over deze zaak. De heer Zuidema constateerde dat het alcoholgebruik per hoofd van de bevolking nog steeds stijgt. Hij zei dat overheidsmaatregelen niet veel zullen uithalen omdat de oorzaken niet worden weggenomen. Ook hebben wij nagelaten een analyse te maken van de oorzaken van de overlast.

Hij deed het voorstel om:

  1. Barbezoekers in de bestaande overleggroep op te nemen
  2. Het maken van een ondescheid tussen het centrum en het buitengebied
  3. Het plegen van een onderzoek naar de oorzaken en de mogelijkheden om overlast te voorkomen.

GPV-er Pouwel wees er op dat destijds de maatregelen wel tot effect hebben geleid. ‘De overheid heeft de taak een ontmoedigingsbeleid te voeren want alcohol is een groot kwaad’, zei hij. Burgemeester mr. L. A. van Splunder memoreerde dat Hardenberg 10 jaar lang in de regio een unieke plaats heeft ingenomen met een ruim sluitingsuur.

De suggestie van de heer Buitenman om een enquête te houden wimpelde hij af. ‘Een enquête geeft nog geen goed beeld wat de gemeente wil’. Het hanteren van 2 sluitingstijden achtte hij juridisch onmogelijk. De raadsvoorzitter zei dat er alleen een mogelijkheid is als men weer terugkeert naar de oude regeling, waarbij de burgemeester weer ontheffing kan geven. ‘Ik kom dan wel in een willekeurpositie terecht, zei hij. Hij voegde er aan toe dat de horeca alleen maar in de overleggroep spreekt over verruiming van de sluitingstijd en niet met andere voorstellen is gekomen. Hij zei ook wel te weten dat er in de gemeente Coevorden een ontheffingsbeleid van geval tot geval wordt gehanteerd.

De heer Zuidema stelde dat een scheiding van gebieden mogelijk is door dit via de politieverordening te regelen. Dat de horeca niet met andere voorstellen is gekomen is volgens hem te wijten aan het feit dat de exploitanten niet duidelijk is geworden welke vrijheid ze in de overleggroep hebben. ‘Destijds hefft de raad in een stress-situatie gehandeld en toen maatregelen genomen in de repressieve sfeer’.  Hij zei dat is nagelaten om de oorzaken te onderzoeken. Hij pleitte voor een overleggroep nieuwe stijl. Burgemeester van Splunder antwoordde hier wel voor te zijn maar hiertoe geen initiatieven te nemen. Hij vond dat de horeca hier mee moet komen.

De tijden zijn niet zodanig veranderd dat er iets nieuws verwacht kan worden. Dat was een van de conclusies van burgemeester mr. L. van Splunder in zijn antwoord op de reacties van de verschillende partijen in de raad bij de behandeling van de nota inzake het horecasluitingsuur. Geen van de politieke partijen, met uitzondering van de VVD, zag het zitten om dat sluitingsuur van 00.30 uur te veranderen. ‘Het is mij overigens opgevallen dat niemand heeft gepleit voor meer vrijheid van de horecaondernemers om zelf dat sluitingsuur te bepalen. Gelukkig niet’. De heer Van Splunder zette uiteen dat de verantwoordelijkheid niet af te wentelen is op de schouders van het bedrijfsleven. ‘Ik zou het schitterend vinden als we zo met elkaar konden leven dat iedereen in volle vrijheid zou kunnen genieten. Maar het kan nu eenmaal niet. Het was een jarenlange overlast en terreur, maar het is en was niet te zien of het nu wel of geen mensen waren uit Hardenberg.

Natuurlijk, de politie kent er wel enkelen. Tien jaar lang hebben we een liberaal beleid gevoerd met een sluitingstijd van 02.00 uur en een royale ontheffingsmogelijkheid. Maar veronderstel dat we terugkeren naar de oude situatie. Als het uit de hand loopt moeten we weer optreden en moeten we terug-naar-af.  Je zult maar politieman wezen om met zo’n beleid de straat weer op te moeten’.

De burgemeester ging ook nog in op de vragen van de raadsleden. Voor wat betreft de geluidsbegrenzers zei hij, dat dit via de wetgeving ingevoerd moet worden. Er zijn inderdaad enkele bedrijven waar ze nog niet zijn aangebracht en er is nu een modelverordering in ontwerp om de voorwaarden voor een muziekvergunning aan te passen. Een selectief beleid zag de burgemeester niet zitten, ondanks enkele vragen uit de raad.

‘Ik vecht tegen een beleid van willekeur’. Van Splunder betreurde, met Zuidema (PvdA), het dat de overleggroep geen betere taakstelling heeft gekregen. ‘In die groep werd telkens gevraagd naar verruimingsmogelijkheden voor de sluitingstijden en om gesprekken met de burgemeester of de raad. Maar nooit is er een enkel initiatief uit die groep gekomen. Het zou misschien beter zijn als deze groep geherstructureerd zou worden met mensen uit bredere lagen van de bevolking’.
In tweede termijn kwamen nog enkele sprekers terug op het onderwerp. Buiteman (VVD) pleitte voor een enquête onder de horeca-ondernemers. Hij zou graag weten wat zij nu eigenlijk willen.

Zuidema zag een enquête niet zo zitten. ‘Het werken daarmee is niets, een handige prater kan daar alle kanten mee op. Maar ik pleit voor een selectief beleid, zeker waar woon- en uitgaansfunctie met elkaar in botsing komen. Er moet ook een duidelijk signaal naar de overleggroep gaan vanuit de gemeenteraad. Ik blijf wel pleiten voor een andere aanpak maar sta voorlopig nog wel achter het collegestandpunt’.

CDA-woordvoerder Hamhuis vond de zaak feitelijk niet zo urgent en zag liever dat het door de nieuwe gemeenteraad na 8 september behandeld zou worden. ‘Maar de overheid moet het ontmoedigingsbeleid van het alcoholgebruik toch ook stimuleren’. De burgemeester zag niets in de enquête zoals Buiteman die voorstelde. ‘Sinds 1979 hebben de mensen tijd genoeg gehad om initiatieven te nemen. Wel ben ik bereid om in de commissie Algemene Zaken me te buigen over het signaal naar de werkgroep en de rechtsgelijkheid. Maar ze moeten niet bij voorbaat gaan hameren op een sluitingstijd van twee uur. En ik zal geen initiatief nemen voor een werkgroep nieuwe stijl.’ Zuidema trok de slotconclusie en toonde zich zeer tevreden. ‘Het is een nieuw spoor dat we zijn opgegaan.’

Geen garanties bij vrije sluitingstijden
De raad van Hardenberg heeft unaniem besloten om voorlopig geen wijziging te brengen in het sluitingsuur van de horecabedrijven in deze gemeente. Hierom was gevraagd door de Jonge Socialisten (JS) die een brief aan de raad hadden geschreven, vergezeld door meer dan 1300 adhesiebetuigingen. Uitvoerig werd er gesproken over de mogelijkheden die er zouden zijn om toch tot een vrijlating van het sluitingsuur te komen, de rol die de overleggroep tot nu toe heeft gespeeld, een eventueel selectief sluitingsbeleid, zodanig in de gemeente verdeeld tussen stad en buitendorpen. Het gebrek aan garanties dat het nu beter zou gaan dan in 1979, toen het huidige sluitingsuur van 00.30 uur werd vastgesteld, gaf de doorslag dat er nog niet van zou worden afgeweken. Wel werden duidelijk initiatieven aangedragen die tot verbetering van overleg en mogelijkheden zouden kunnen leiden.

‘De JS eisen in die brief, maar er valt niets te eisen. Het is een democratisch genomen besluit,’ aldus Buiteman (VVD) die de spits afbeet. Niettemin bleek hij een voorstander om het beleid te herzien. ‘Als we de regels niet veranderen weten we ook niet of het beter zal worden. Dan hebben we ook geen zekerheid. Met het huidige sluitingsuur kan het ook fout gaan. Men zoekt bovendien zijn heil elders en dat is ook oneerlijke concurrentie. Er zijn mensen die zeggen: ‘We kunnen ze toch niet thuis houden. We hebben ze liever laat thuis uit de stad dan laat elders vandaan. Bovendien is onze politie capabel genoeg om op te treden’.

In tegenstelling met de VVD sprak Hamhuis (CDA) die zich achter het beleid van het college kon scharen. Wel had hij enkele opmerkingen. Bijvoorbeeld over de geluidshinder en de geluidsbegrenzers die nog niet overal zouden zijn aangebracht. ‘Waarom wordt dat niet met kracht ter hand genomen, bij andere bedrijven worden de bepalingen toch ook streng nageleefd en gecontroleerd?’ De indertijd genomen maatregelen noemde het CDA geen betutteling maar een bescherming van andere burgers.  ‘Er is geen enkele aanleiding voor een langere openingstijd voor de horeca, dan komt de stroom toch weer op gang. We zijn wel voorstander van een soepeler ontheffingsbeleid. In een selectief beleid zien we geen heil want dan gaan we het alcoholtoerisme binnen de gemeente krijgen.’

Voor de PvdA zette Zuidema de zaken vanaf 1979 nog eens op een rijtje. ‘We betreuren het nog altijd dat ook ander bedrijven, zoals in het buitengebied, er bij zijn betrokken. Maar de overleggroep heeft ook geen duidelijke taakstelling meegekregen. De problemen zijn in hoofdzaak veroorzaakt door jongeren van buiten Hardenberg en die doen het nu elders. Maar er is nog nooit een analyse gemaakt van de problemen en hun oorzaken. De bareigenaren kunnen toch ook een eigen tapbeleid voeren? Ook is het jammer dat we feitelijk in die overleggroep niet de consument, in hoofdzaak dus de jongeren, hebben betrokken.’ Zuidema zou graag een verschil zien in het beleid dat geldt voor de stad en het buitengebied, ook in samenwerking met de overleggroep. ‘We moeten niet terug naar dezelfde situatie, de woonfunctie van het centrum moet wel overeind blijven’.

Pouwels (GPV) vond het niet nodig om het beleid te herzien. ‘Het ging om de overlast en de woonfunctie en we zijn dankbaar dat het beleid heeft geholpen en de rust is teruggekeerd. Maar bovendien heeft de overheid toch ook de taak een ontmoedigingsbeleid voor de alcohol te stimuleren. Als gemeente hebben we een verantwoordelijkheid die dan door andere gemeenten kan worden overgenomen. Ik vind het jammer dat deze brief er zo ligt, dit bevordert het alcoholgebruik’.