Nieuwe aanvraag voor heropening Papillon
Bij het college van Burgemeester en Wethouders van Hardenberg is een aanvraag voor een horecavergunning binnengekomen voor de heropening van de bar-discotheek de Papillon aan het Oosteinde. Deze horecagelegenheid, sinds enkele maanden gesloten, is twee jaar geleden oorzaak geweest van ernstige ongeregeldheden in het centrum van de stad en dientengevolge ook van stringente maatregelen inzake het sluitingsuur. Omwonenden maken zich echter al ongerust over een eventuele nieuwe overlast. De nieuwe aanvraag in ingediend door de heer A.Pfeiffer te Breukelen die er een dancing in wil vestigen. De openingstijden zouden, volgens de aanvraag, op vrijdag, zaterdag en zondag van 20.00 – 0.30 uur moeten zijn.
Onder de buurtbewoners deed al geruime tijd het gerucht de ronde als zou de bar weer worden geopend. Men weet zelfs te vertellen dat de heropening half februari zal plaatsvinden. Op grond van de ervaringen van twee jaar gelen, maar ook de, zijn het geringere, overlast daarna is weer enige ongerustheid onder de omwonenden ontstaan. ‘De aanvraag ligt bij B. en W. die nu om advies hebben gevraagd,’ zegt desgevraagd gemeente voorlichter Ron Vonk. ‘Dat advies is gevraagd aan de politie en de Kamer van Koophandel. Op grond daarvan, en uiteraard nog andere factoren, zal het college de beslissing nemen. Het gaat uitsluitend om de horecavergunning, andere papieren zoals muziek-, dans- en hinderwetvergunning zijn nog niet aan de orde.’
In opdracht van het gemeentebestuur heeft ook de brandweer het pand aan het Oosteinde onder de loep genomen. Bij controle bleek det er heel wat aan het gebouw gedaan zal moeten worden wil het de goedkeuring kunnen wegdragen. ‘De gehele electrische installatie is door ons afgekeurd en zal opnieuw aangelegd moeten worden onder goedkeuring van de IJsselcentrale,’ zegt een brandweerwoordvoerder. ‘Maar ook de plafonds en wanden moeten brandwerend gemaakt worden, de nooduitgangen moeten worden herzien en de deuren moeten brandwerend en zelfsluitend gemaakt worden. Bovendien voldoet het pand op tal van punten van de geluidshinder niet aan de voorschriften. Dat zijn zo enkele punten die in het rapport zijn verwerkt en in een schrijven aan de rechtmatige eigenaar zijn meegedeeld.’ Naast al deze factoren zal ook de wijziging van Hardenbergs centrum zeker een rol spelen. Met name recht tegenover de Papillon zijn inmiddels enkele tientallen woningen en winkels in aanbouw.
Nieuwe Papillon-eigenaar Peter Pfeiffer: ‘Met deze absurde sluitingstijd vraagt men om moeilijkheden…’ ‘Zo’n sluitingstijd van half één is toch een absurde zaak. Als je om die tijd dan zo’n paar honderd jongeren tegelijk de straat op stuurt is het toch geen wonder dat het een rotzooi wordt. Neem daarnaast dan nog eens al die brommers die dan starten, dan is de chaos compleet. Met een later sluitingstijdstip spreid je het geheel en is er veel minder overlast.’ Dat is de stelling van Peter Pfeiffer die zich als nieuwe ondernemer van de Papillon-bar heeft aangediend en het ondanks het besmette verleden van deze horecagelegenheid toch wel ziet zitten om opnieuw hier te gaan beginnen. ‘In redelijk overleg met alle betrokkenen, en zeker ook de omwoneneden, moet dat toch mogelijk zijn?’
Peter Pfeiffer (26) houdt er een uitgesproken mening op na. Ondanks de jeugdige leeftijd is het een ervaren man in het horecawezen die samen met zijn broer Anton (28) nu al een vierde bedrijf begint. De drie anderen staan in Rhenen, Breukelen en Veenendaal. Hardenberg wordt dus de vierde vestiging van het ‘Pfeiffer-concern’.
‘Het ligt in de bedoeling dat Anton bij de Papillon gaat wonen en dat Peter regelmatig ook zijn gezicht in Hardenberg laat zien. Kijk, dat sluitingsuur zal te zijner tijd toch aangepakt moeten worden. Niet direct, we moeten ons eerst maar eens bewijzen. Overigens begrijp ik niet dat ze het hier in Hardenberg zover hebben laten komen dat de ME er aan te pas moest komen,’ zegt Peter. Hoe staat Pfeiffer tegenover de verantwoordelijkheid als horeca-man? Houdt die bij de voordeur op of gaat die verder? ‘Het zou te gek zijn als die bij de voordeur ophouden,’ meent de jonge ondernemer. ‘Je verantwoordelijkheid gaat veel verder. Het is natuurlijk moeilijk daarvoor een grens te trekken, maar binnen het gezichtsveld zou het toch mogelijk moeten zijn. Kijk, als een gast van ons een paar huizen verder tegen de pui staat te wateren dan grijp ik wel terdege in. Ook als honderd meter verderop een samenscholing is zal er met die lui gesproken moeten worden. Die verantwoordelijkheid voelen we zeker wel. En als praten niet helpt, wel dan is het -wieberen- geblazen. Dan kunnen ze vertrekken en komen ze er bij ons niet meer in.’
Overigens staat hij verbaasd over de problemen die hier in Hardenberg zijn gerezen en over de ambtenarij die tegenover hem staat. ‘Al in de tweede week van december heb ik die aanvraag om een horecavergunning ingediend. Als ik een lopende zaak had overgenomen was er niets aan de hand geweest, maar nu gaan ze hele procedures volgen. Een advies van de Kamer van Koophandel? Flauwe kul. Dat is puur finacieel en dat zit bij ons wel goed. We hebben een zeer sterke brouwerij achter ons staan die er uiteindelijk ook heil in moet zien voordat die er geld in steekt. En dat is geen klein beetje. Hoewel in vergelijking met een ander project, waarvoor wij zijn gevraagd, dit toch niet zoveel is.’
Peter Pfeiffer is zich er van bewust dat hij hier met een totaal ander volksmentaliteit van doen heeft dan in het westen. ‘Goed, maar mag dat verschil maken? Zelf ben ik gereformeerd en ga ik regelmatig naar de kerk. Mag ik daarom geen horeca bedrijven. In de kerk kom ik er eerlijk voor uit, maar in de bar steek ik ook niet onder stoelen of banken dat ik naar de kerk ga. Dat is gewoon een kwestie van eerlijk zijn en niet zo schijnheilig doen. In Veenendaal, toch ook een sterk christelijke gemeente, hebben we ook totaal geen last.’
Wat Pfeiffer wel dwars zit is het feit dat de eigenaar van het pand, de heer Nijhoving al die tijd geen huur ontvangt. ‘Ik verlies geen stuiver zolang de zaak niet rond is, maar Nijhoving verliest er goed mee. Nu weet ik niet of ik wel of geen medelijden met hem moet hebben, maar het is geen stijl iemand zolang te laten wachten. Hij heeft al die maanden geen cent huur intvangen terwijl hij toch zeer correct en prettig is in de onderhandelingen. Dat zit me ook goed dwars. Uiteindelijk ga ik pas betalen als de zaken rond zijn.’
Gaat Pfeiffer ook wat doen aan het uiterlijk van de bar dat nu een ‘zwart gat’ is in de gevel van het Oosteinde? ‘Dat denk ik wel, maar dat ligt weer aan de gemeentelijke schoonheidscommissie. Ik vind het helemaal niet erg om die dichtgetimmerde ruiten over te schilderen. Zelf heb ik al gedacht om er een leuke gevel met steenstrips van te maken.’ Hij is het in elk geval eens met het feit dat dit geen gezicht is binnen het wooncentrum dat nu wordt gebouwd. Dat de omgeving van de Papillon weer meer bewoning zal krijgen is voor hem geen punt om wakker te liggen.
‘Ze wisten allemaal dat die bar daar was gevestigd. En al moet je rekening houden met de omgeving, ze moeten niet gaan zeuren over iets waarvan ze niet weten hoe het zal gaan lopen. We gaan de zaak goed aanpakken, ook met de beste geluidsisolatie. Er is momenteel weer iets nieuws op dat gebied. Polyesterschuim met gipsplaat. Dat zullen we vermoedelijk ook gaan verwerken. Mensen die klachten hebben moeten echter wel in alle redelijkheid met ons komen praten. Daarvoor hebben we een open oor. Maar wie na tweemaal onbeschoft te keer gaat kan van mij persoonlijk eenzelfde reactie verwachten.’ Overleg met omwonenden en buurtbewoners zal Peter Pfeiffer zeker niet schuwen en men kan dan ook vermoedelijk wel een uitnodiging tegemoet zien.
Het college van B. en W. van Hardenberg heeft geweigerd een ontheffing te verlenen aan de heer A.P. Pfeiffer te Breukelen (Utr) die opnieuw in het voormalige pand van de bar Papillon aan het Oosteinde een bar-dancing wil beginnen. De nieuwe ondernemer heeft inmiddels beroep aangetekend.
Het college heeft de vergunning geweigerd op grond van het feit dat het centrum van Hardenberg een belangrijk sterker wordende woonfunctie gaat vervullen.
‘Gelet op het karakter van de inrichting -bar dancing- zal deze voornamelijk jeugdige bezoekers aantrekken. In de inrichting kunnen bovendien veel bezoekers tegelijk worden ontvangen, gezien de vloeroppervlakte van de tot in de inrichting behorende lokaliteiten. Op grond hiervan is naar ons oordeel te verwachten dat deze inrichting voor de omgeving een bron van overlast zal betekenen…….,’ aldus de gemotiveerde weigering van B. en W.
Ook het feit dat alcoholhoudende dranken worden getapt is voor de gemeente aanleiding om te stellen dat er overlast zal worden verwacht evenals de ervaringen uit het verleden die in de beslissing een rol hebben gespeeld. In een eerste reactie zegt de heer J. Nijhoving, eigenaar van het pand aan het Oosteinde: ‘Dit is een onrechtmatige reden. Als de vorige eigenaar niet failliet was gegaan had die bar nu nog gedraaid en was de zaak gewoon open gebleven. Ik neem aan dat de nieuwe ondernemer wel in beroep zal gaan.’ Dit is inderdaad het geval. De heer Pfeiffer vanuit Breukelen: ‘Dit is volkomen absurd. Wat leven we toch in een bekrompen landje. Natuurlijk ga ik in beroep. In samenwerking met een brouwerij heb ik al een advocaat in de arm genomen om na te gaan wat de mogelijkheden zijn. Een brief is al naar GS onderweg. Dat is de eerste beroepsmogelijkheid. De Raad van State is nog een tweede mogelijkheid.’ Het kan dus nog lang duren voordat een uitspraak is te verwachten. Procedures van deze aard zijn vaak erg langdurig. Voorlopig zal er aan het Oosteinde dus nog weinig veranderen.
In het pand van de voormalige bar-dancing de Papillon aan het Oosteinde, zullen binnenkort twee winkels worden gevestigd. De uiteindelijke heropening van de Papillon lijkt nu, ondanks alle berichten, van de baan te zijn.
Onlangs werd bekend dat het college van B. en W. een ontheffing van de drank- en horecawet had geweigerd. Dit op grond van het feit dat het centrum van Hardenberg een sterkere woonfunctie zal krijgen. De toekomstige eigenaar van de nieuw te openen bar, de heer P. Pfeiffer, verklaarde echter tegen deze weigering in beroep te zullen gaan. Inmiddels hebben zich bij de eigenaar van het pand, de heer J. Nijhoving, twee ondernemers gemeld die belangstelling hebben voor het pand. Het zijn de heer H. Schalen en de heer J. Dopmeijer, beide uit Dedemsvaart. Schalen exploiteert al een radio- en televisiezaak aan de Voorstraat, maar wil zijn winkel vestigen in het pand van de Papillon.
Omdat dit pand voor één winkel te groot is doet hij het samen met de heer Dopmeijer die een schildersbedrijf heeft en daar glas, verf en behang gaat verkopen. Aan de achterzijde zal dit bedrijf een werkplaats inrichten, ondermeer voor snelservice in glas. Het ligt in de bedoeling dat beide zaken in de loop van de volgende maand geopend kunnen worden. Dat een en ander zo snel gerealiseerd zal worden ligt in het feit dat de gemeentelijke verordeningen zijn aangepast.
‘Met artikel 18 in de hand is het heel erg moeilijk geworden om de vergunningen te krijgen,’ zegt Nijhoving die al een halfjaar geen huur van het pand heeft getrokken. Hij had met de heer Pfeiffer namelijk de afspraak dat deze zou gaan betalen als de zaken rond waren. ‘Beide heren zijn bij me geweest en ik heb mijn fiat gegeven als ze de zaken met de desbetreffende instanties zelf rond zouden maken. Maar om te wachten op de uitslagen van die aangetekende beroepen gaat me toch te lang duren.’ Het gewraakte artikel 18 van de drank- en horecawet behelst een mogelijkheid om op grond van een gemeenteverordening een verbod uit te vaardigen voor het ‘anders dan om niet’ (oftewel tegen betaling) alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse te verstrekken.