Geschiedenis
Reunie_005 Reunie_016 img20190828_18293194

Bijenkorf eigen tijdIn een bijenkorf, altijd open, kunnen de bewoners dag en nacht in en uit vliegen. Dit is niet het geval met de ‘Bijenkorf’ in Bergentheim. Sinds enkele dagen is ook deze dorpsgemeenschap een bardancing rijk. ‘Zo mag je het eigenlijk niet noemen’, meent eigenaar K. G. Hulskers. ‘Het is geen bar het is een belevenis’. Hoe men het noemt is om het even, Bergentheim heeft iets gekregen waar de jeugd terecht kan, hoewel ouderen ook van harte welkom zijn. Dat hebben de open dagen wel bewezen, er was een enorme belangstelling voor deze inrichting.

Hulskers kocht het pand in 1977 aan en is toen met de plannen begonnen. In april dit jaar startte de bouw die tot verleden week duurde. Het geheel mag er zijn, sfeervol, naar de eisen des tijds. ‘Als ik zie wat die man er aan geluidsisolerende middelen in stopt moet het gek worden als je er buiten nog iets van hoort’, zei onlangs een raadlid. De eigenaar heeft er ook alles aan gedaan om overlast te voorkomen. Binnen heeft hij door middel van gemetselde togen en zitjes een sfeervolle inrichting weten te scheppen. Aan het hoofd staan de heren E. Everts en K. Dekker, beide met jarenlange ervaring in dit werk. Eigenaar Hulskers is ook geen vreemde op dit gebied, hij heeft soortgelijke gelegenheden in Zwolle, Drachten, Stadskanaal en Appingedam.

Bijenkorf binnenMaar hij heeft ook een eigen idee gevormd over de barproblematiek die volgens hem niet behoeft te bestaan. ‘Ik heb geen enkel bezwaar tegen de te nemen maatregelen door de gemeente, mijn zaken sluiten altijd al vroeg. Als je het echt van dat laatste uurtje, dus na twaalf uur, moet hebben ben je er slecht aan toe. Dat laatste uurtje zet geen zoden aan de dijk. Maar bovendien moet het binnen gezellig wezen. Is het dat, dan komen er buiten ook geen moeilijkheden.
Kijk, de jeugd is op twee dingen uit. Of ze willen zich uitleven, of ze zoeken de romantiek. Nu, uitleven kunnen ze zich op de disco en dan zijn ze uitgerangeerd. En als ze de romantiek zoeken dan hebben ze met een meisje ook de handen vol en kunnen ze niets meer doen’.

Volgens Hulskers hoeft het ook niet barstensvol te zijn. Er zouden bij wijze van spreken in de Bijenkorf best 300 jongelui gaan. ‘Hou het maar gemiddeld op 150. Maar met 25 man kan het ook best gezellig zijn’. Behalve deze inrichting heeft de Bijenkorf aan de voorzijde ook nog een snackshop, een modern woord voor cafetaria. Het voormalige textielhuis is nergens meer te ontdekken. Met 100 m2 beneden en 150 m3 oppervlakte boven is er een enorme ruimte geschapen waarin ongeveer 100 zitplaatsen zijn. ‘Meer zitten er toch niet’, meent Hulskers. ‘Als er één man zit gaan er drie bij staan om te kletsen. Dat is de ervaring’.