


Oosteinde e.o.: “Redelijk tevreden met uitspraken in raad”
‘We kunnen redelijk tevreden zijn met hetgeen in de raad is gezegd. Hierdoor kan er weer een stukje vertrouwen in het gemeentebestuur terugkeren’. Dit is de mening van een aantal bewoners uit het Oosteinde en omgeving in Hardenberg naar aanleiding van de verleden week gehouden raadsvergadering waarin werd gesproken over de overlast van bar-bezoekers.
Over de twee ingezonden brieven zijn de bewoners vrij kortaf. ‘Daarin staat zoveel onzin. Allemaal zaken die door ons niet zijn aangekaart en die niet ter zake doende zijn. Men schuift hierbij ons zaken in de schoenen die in onze brief aan de gemeente helemaal niet genoemd werden. Het zou beneden onze waardigheid zijn om hierop te reageren’.
De bewoners wensen ook niet verder over de kwestie te spreken. Zij wachten met spanning de gang van zaken af die nu gaat komen. De commissie Algemene Zaken zal de kwestie behandelen op 27 september óf op 3 oktober. In deze vergadering, die voor iedereen toegankelijk is, zal het beleid aan het college van B en W worden geadviseerd. Dat betekent ook dat behandeling in de septembervergadering van de raad niet gehaald kan worden en dat dit in oktober zal gebeuren.
Hangende deze procedure willen de bewoners van het Oosteinde en omgeving geen verdere publicaties doen of acties ondernemen. Als redactie respecteren wij dit standpunt en zullen de discussie rond deze kwestie hierbij dan ook sluiten. Tenzij zich nieuwe feiten voordoen die publicaties noodzakelijk maken.
De bewoners van het Oosteinde en omgeving hebben in zekere mate hun zin gekregen. Hoewel niet op grond van het reglement van orde is hun problematiek toch in de raad behandeld. Het optreden van B en W getuigt van de ernst van de zaak en door de publicaties van ingezonden brieven heeft men bereikt dat dit, overigens al lang bestaande, probleem wordt behandeld.
Hiermee is in feite ook de al dan niet hele behandeling van de de nota ‘Vechten tegen de bierkaai’ in een stroomversnelling geraakt. De bewoners dienen nu echter nog even hun geduld te bewaren en de lont naar het vermeende kruitvat te doven. Het is een probleem met veel voetangels en klemmen dat nu door de vroede vaderen moet worden opgelost. Dat vereist tact en wijsheid. Dat het college, bij monde van de voorzitter, zegt niet te zullen terug deinzen voor impopulaire maatregelen mag het vermoeden rechtvaardigen dat de zaken stevig aangepakt zullen worden.
Als het college het niet alleen bij woorden laat, maar ook daden stelt die tot een algehele oplossing leiden, dan kan de rust in het centrum van Hardenberg terugkeren. Het gemeentebestuur kan er van overtuigd zijn dat de beraadslagingen met belangstelling gevolgd zullen worden.
’t Blijft:” vechten tegen de bierkaai”
‘Die bewoners zijn erg tolerant, ze hebben echt wel wat te verduren. Maar er valt nog weinig aan te doen’ zegt burgemeester L. van Splunder naar aanleiding van een brief die ‘bewoners Oosteinde e.o.’ aan college en gemeenteraad hebben geschreven naar aanleiding van de enorme overlast die elk weekeinde wordt ondervonden. Deze overlast wordt volgens hen (en de burgemeester onderschrijft dit) veroorzaakt door honderden bezoekers van een nabijgelegen bar die ver na middernacht de omgeving op stelten zetten, vernielingen aanrichten en kabaal veroorzaken waardoor de buurt van de zo broodnodige nachtrust wordt beroofd.
In de brief die werd ondertekend door meer dan twintig bewoners uit de buurt, noemen de schrijvers het ingooien van ruiten, het vernielen van bloembakken, het besmeuren van ramen, omgooien van hekken en het gedeeltelijk slopen van synagoge en verenigingsgebouw. De ondertekenaars vragen zich af waarom de gemeente en politie geen maatregelen nemen op grond van artikel 17 van de drank en horecawet waarin letterlijk staat: ‘Het is veboden alcoholhoudende drank te verstrekken, indien redelijkerwijs moet worden vermoed, dat dit tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal leiden’. Bovendien zou art. 31/1-f ter beschikking staan van de autoriteiten waardoor de vergunning van de bar kan worden ingetrokken.
Veel voor over
In gesprekken kunnen omwonenden hele verhalen vertellen. Hun namen willen ze echter niet in de krant hebben, bang als ze zijn voor wraakoefeningen van de bezoekers die een ware terreur zouden uitoefenen. ‘Al zouden ze al mijn ruiten ingooien en het zou daarmee voorgoed over zijn, dan heb ik het er best voor over’ zegt een van de winkeliers. Een ander valt hem bij en zegt: ‘Ik zou zo duizend gulden op tafel leggen als het voorbij zou zijn. U mag best weten dat ik met mijn vrouw soms zit te janken aan tafel als ze ’s nachts zo te keer gaan. Het zijn soms net wilde beesten’.
Elk weekend gaan de bewoners met angst tegemoet in de onzekerheid wat hen nu weer boven het hoofd zal hangen. ‘Wie is er deze week aan de beurt?’ vragen ze zich af. Het afgelopen weekeinde waren enkele bewoners getuige hoe een automaat werd vernield. ‘Met de handen lukte het niet’ vertelt één van hen. ‘Toen hebben ze bij de synagoge een tegel gehaald en daarmee een ruit ingegooid. Natuurlijk werd de hele automaat leeggeroofd’. Grieven hebben de omwonenden ook tegen de politie die, volgens hen, niet adequaat optreedt. ‘Bij die automaat hebben we ze gelijk gebeld en een signalement doorgegeven. Ze kwamen wel maar zijn niet eens uit de auto geweest’.
‘De politie treedt de laatste maanden veel harder op’, meent de burgemeester. ‘Er gaat vaak genoeg de “lange lat”over heen, maar dat kan je ook niet elke keer doen’. De burgemeester ziet ook geen heil in een vervroegd sluitingsuur zoals de briefschrijvers hebben voorgesteld.
‘……als eerste maatregel stellen ondergetekenden voor het sluitingsuur van de bar te vervroegen naar 23.30 uur. Hierdoor zullen niet direct overlast en vandalisme worden voorkomen, maar in geen geval tot diep in de nacht voortduren’. De bar is nu tot 02.00 uur open, de ellende voor de bewoners duurt dan vaak tot half drie of later.
Alcoholtoerisme
‘Daar moeten we wel mee oppassen’ meent de heer Van Splunder. ‘Als je de zaak vroeger sluit weet ik niet wat erna gaat gebeuren. Dan moet er wel overleg met de buurtgemeenten zijn en ook met ander bar-eigenaars. Anders ga je een soort -alcoholtoerisme- krijgen, net als we gehad hebben met de laatste trein naar Coevorden-Emmen. Dat was de “alcoholtrein”, maar dat gaat nu een stuk beter dankzij samenwerking van de politiekorpsen en spoorwegrecherche.
De bewoners van de Oosteinde en omgeving zullen zich nog even moeten beheersen en wachten op de procedure die nu door de gemeente in gang wordt gezet om orde en rust te handhaven. Dat is het resultaat van de besprekingen, dinsdagavond in de raad gehouden, waarbij is gebleken dat het de raad, samen met het college, ernst is met de problemen. De publikaties in de pers hebben er toe bijgedragen dat het college zeer attent is op de problematiek en zo spoedig mogelijk met de prea-advies zal komen dat in de commissie algemene zaken zal worden besproken. Deze commissievergadering zal openbaar zijn zodat alle belanghebbenden en betrokkenen de besprekingen kunnen bijwonen.
Burgemeester mr. L. van Splunder begon de raadsvergadering met het voorstel om de brief van de ‘Bewoners Oosteinde e.o.’ in handen van het college te stellen. Ook las hij een brief voor die was aangeboden door de eigenaar bar Papillon. De burgemeester stelde voor om direct na de raadsvergadering een datum voor de commissievergadering af te spreken, maar acht het een heel moeilijke zaak om dit probleem nog in de raads(september)vergadering te krijgen. ‘De termijn is afhankelijk van de mogelijkheden om de commissie bijeen te krijgen. Maar er zit meer aan vast. Zoals bijvoorbeeld het juridisch instrumentarium dat maar héél beperkt is. Als gemeentebestuur zullen we echter niet voor onpopulaire maatregelen terugdeinzen als dit nodig mocht zijn. Een paar jaar geleden is er al een pittige discussie over dit probleem geweest en dit is nu feitelijk een uitvloeisel en uitvoering van de bekende nota “Vechten tegen de bierkaai”.
Het college is het eens met de bewoners dat er een einde moet komen aan de tolerantie. De bar-eigenaar hebben we met de boodschap naar huisgestuurd dat er nu iets moet gebeuren, aldus de heer Van Splunder die uitvoerig in ging op de opmerking van de raad.
Graag wil ik reageren op uw artikel ‘Bewoners Oosteinde en omgeving overlast beu’.
Om te beginnen vind ik dat de winkeliers erg overdrijven door het centrum van Hardenberg met het centrum van Utrecht te vergelijken en daar uitspraken over te doen als ‘Het zijn soms net wilde beesten’, of ‘ We gaan het weekeinde met angst tegemoet’, of nog sterker zelfs ‘We vragen ons elk weekend af wie is er nu aan de beurt’.
Wat ik me nu afvraag: waarom ondertekenen maar ongeveer twintig mensen de brief terwijl heel Oosteinde en omgeving de last beu is. Uit het artikel kan ik opmaken dat het maar om één bar gaat, daar er sprake was van ‘Als er nog eens winkels tegenover de bar worden gebouwd’, namelijk de Papillon. Hieruit concludeer ik dat men van bijvoorbeeld The Castle geen last of lawaai zou hebben. Degenen die dit durven te beamen zal ik vriendelijk willen verzoeken om het weekend eens langs beide bars te lopen en het aantal decibels eens te vergelijken.
Ook vind ik het bijzonder kinderachtig om deze bar letterlijk en figuurlijk overal de schuld van te geven, er kan in Hardenberg geen relletje zijn, geen ruitje sneuvelen, ook al is het achter op de markt of de bezoekers van de Papillon hebben het gedaan, en daar achteraan wordt dus automatisch de eigenaar van de bar maar de schuld gegeven. Hebben de andere bars dan geen klandizie en gebeurt daar nooit wat? Of zijn die buurtbewoners niet zo kinderachtig als die twee winkeliers op het Oosteinde die, als er wat op de straat gebeurt er altijd met de neuzen vooraan staan. En als het volgens de winkeliers binnen dan zo’n troep is, zouden de dames en heren van het Leger des Heils dan elk weekeinde weer komen om te collecteren, wat in geen enkele andere bar in Hardenberg gebeurt, en dat juist op zaterdagavond????
Tot slot wil ik dit schrijven: ‘Ik zelf ga nu al vijf jaar uit in Hardenberg, maar er is hier geen bar waar het zo gezellig is en zwaar zoveel gedaan wordt aan bijvoorbeeld Sinterklaasfeest, Kerst, carnaval en discjockey-wedstrijden en dat zullen een boel jonge mensen met mij eens zijn. Waarom zouden de jongelui anders van heinde en ver naar deze bar toekomen??? Niet om ruzie te zoeken en terreur uit te oefenen zoals de heren winkeliers denken.
Herman Beldman,
Meeuwenstraat 8, Hardenberg
Naar aanleiding van het krantenartikel op 24 augustus j.l. (1979) volgt er nu reactie door de Directie van de Papillon.
Als Papillon bar zijn wij een grote trekpleister voor de jeugd, dit zullen wij niet durven te ontkennen.Waarom? omdat er zoveel gevochten wordt of omdat het er zo ongezellig is? Nee, omdat het omgekeerde waar is. Wij vervullen een sociale functie omdat wij bezoekers opvangen en begeleiden. Waar moet de jeugd anders naar toe? Als bar zijnde doen wij al het mogelijke om ook buiten de bar de ‘overlast’ en het ‘vandalisme’ te bestrijden, doordat wij de volgende regel toepassen:
Diegenen die bij vandalisme zijn betrokken worden door ons geweigerd en hier houden wij ons ook aan! Wij houden ons hier nu al vier jaar aan als enige exploitant zouden wij durven zeggen.
Naar aanleiding van een handtekeningenaktie vinden wij het zeer onrechtvaardig, dat er een artikel in de krant verschijnt ten koste van onze goede naam. Deze is er volgens ons op gebaseerd, dat de Papillon Bar de veroorzaker is van de onregelmatigheden, die zich voordoen. En dat men eisen gaat stellen tot vervroeging van ons sluitingsuur vinden wij absurd. Een bar valt niet meer weg te denken in deze Hardenbergse samenleving. Wist u dat deze bar al vier jaar voor het publiek toegankelijk is zonder enige verandering in negatieve zin? Hiermede bedoelen wij, dat wij van het begin al zijn begonnen om onze naam op te bouwen. Mede doordat wij alle negatieve elementen, die zich niet aan de sociale gedragsregels kunnen houden, de toegang tot de bar ontzeggen!
Er zijn helaas veel mensen, die, zodra ze het woord ‘Bar’ horen, negatief gaan reageren. Waarom? Omdat het een hedendaags verschijnsel is. Tevens denkt men, dat na sluitingstijd de boel buiten op straat nog even kort en klein geslagen wordt. Wat speelde er zich vroeger af, toen de Oosteinde-bewoners zelf nog jong waren en het woord ‘Bar’ nog een begrip uit het Westen des lands was? De tijden zijn veranderd. Deze dingen worden helaas genegeerd. Als men dit zou gaan vergelijken met datgene wat er zich nu in Hardenberg afspeelt, valt het verhoudingsgewijs allemaal wel mee.
Het feit, dat men het politiekorps verwijt, dat ze steeds achter het net vissen is in ons geval niet waar. Door de goede contacten tussen ons en het gemeentelijke politiekorps proberen wij zoveel mogelijk van deze negatieve elementen buiten Hardenberg te houden. Bovendien worden er volgens de pers ook flesjes bier op straat stuk gegooid. Wij verkopen géén bier in flesjes!
Bedrijfsleider Meerlo van Papillon: Als er in Hardenberg iets gebeurt dan hebben wij het gedaan……
De mentaliteit van de Oosteinders, op enkele uitzonderingen na, laat heel wat te wensen over. Ten eerste worden wij geboycot bij elk evenement dat hier op het Oosteinde plaatsvindt. Het is ons ten gehore gekomen, dat enkele leden van de winkeliersvereniging hun lidmaatschap op zullen zeggen bij onze toetreding. Dit zal wel gebaseerd zijn op dubieuze redenen. Wij zijn óók middenstanders! Men heeft premies, door ons aangeboden, tijdens de wielerronde van Hardenberg, afgeslagen.
Wat de synagoge en het schoolgebouw betreft graag het volgende: deze historische panden maken op het ogenblik een haveloze indruk. Ligt dat aan ons? Volgens de omstanders wel! Voor ons is het helemaal een doorn in het oog. De buurt en andere Hardenbergers bewijzen het door te wijzen naar de gebroken ramen en deuren en daarna op ons pand. Wij hebben zelf meerdere malen geconstateerd, dat deze ramen niet sneuvelen na het sluitingsuur, maar door de week. Deze ramen worden veelal ingegooid door scholieren tijdens de middagpauze en na schooltijd. Dit zijn meestal kinderen tussen tien en veertien jaar. Dáár wordt niet op gereageerd! Wel wordt er een fotograaf gechartert als er tijdens de Klepperstad-evenementen een bloembak omver ligt. Dan wordt er een foto gemaakt van enige hulpvaardige buurtbewoners, die bezig zijn deze weer overeind te zetten. Na het klikje van de camera loopt men weg, terwijl de omgevallen bak de gehele dag in horizontale toestand blijft liggen, als aanfluiting voor de buurt. Misschien ook wel om ons een beetje negatief naar voren te laten komen bij de buitenstaanders. Dat is toch niet gezond! Waarom vraagt men niet om een idee ter verfraaiing van het geheel tijdens de Klepperstad manifestaties? Met een beetje meer overleg met ons, kan heel wat bereikt worden, om ongevallen bloembakken te voorkomen.
Het enige, om overlast te voorkomen, is om aan bepaalde figuren, die zich niet aan de gedragsregels kunnen houden een lokaalverbod in de plaats Hardenberg op te leggen. Moeten wij en onze klanten lijden onder het wangedrag dat plaats vindt door mensen, die allang door ons geweigerd worden en die zich bij andere exploitanten ophouden? Deze mensen zijn er de oorzaak van. Men kan beter denken dan zeggen, want wat men zegt, moet men ook kunnen verantwoorden.
Men moet de fout elders zoeken en laat het niet ten koste van ons gaan.
De heer P. Vleesman,
Oosteinde 14, Hardenberg
Bedrijfsleider Meerlo van Papillon: Als er in Hardenberg iets gebeurt dan hebben wij het gedaan……
De Citybar aan het Marktplein in Hardenberg is vernieuwd, verfraaid, voorzien van nieuwe bar en verlichte dansvloer, heropend. Daarmee kon men tegelijkertijd het tien jarig bestaan van deze zaak vieren. Tien jaar… De Citybar was toen iets geheel nieuws in Hardenberg. Er rezen vragen over, maar hoe is het daarmee gegaan? Het bedrijf heeft in die jaren een bijzonder goede naam verworven en het ziet er naar uit, dat het zo zal blijven, ook onder leiding van de beheerders Joop en Rianneke Hamming.
Geluk gevonden
De heer en mevrouw Plasman, die dit bedrijf hebben gesticht en daar eigenaars van zijn gebleven, geven het graag toe. Hier hebben ze elkaar en ook het geluk in het bedrijfsleven gevonden. En het plezierige van heel hun stuwkracht en meeleven is, dat ze net zo eenvoudig en hartelijk zijn gebleven als bij dat eerste begin.
Het lukte om de zaak nu wat ruimer in te delen en de nieuwe bar is mede ingericht voor kleine hapjes. Wat dat is en hoe dat smaakt hebben de aanwezigen op het fijne heropeningsfeest kunnen proeven en het zullen er in de toekomst ongetwijfeld nog vele duizenden zijn. Door het onwerkbare weer heeft men de voorkant van het bedrijf nog niet helemaal klaar kunnen krijgen, maar het aanzien ervan is nu reeds enorm verbeterd. Daarbij waarderen we toch ook wel heel erg die open ramen, waarachter een mens zich heerlijk in een huiselijke gezelligheid voelt opgenomen.
De opening
Plasman houdt niet van plechtigheden. Hij heeft Joop en Rianneke Hamming gevraagd het lint, dat de toegang tot de bar versperde, door te knippen. Rianneka mocht daarbij de schaar benutten en het feest was begonnen. Daar had men hulp voor aangetrokken en de beide echtparen bewogen zich plezierig tussen de gasten.
Hamming komt uit de ambachtelijke sfeer, maar assisteerde toen al veel in de discotheek en bar. Dat werk lag hem, maar het is een hele stap. Als ambtenaar ben je verzekerd en je hebt een waardevast pensioen, maar, maar… Rianneke heeft toen de doorslag gegeven: ‘Je houd het niet vol alle dagen als ambtenaar. Doe het maar gerust. We klaren het samen wel’.
En dat doen ze. Met veel plezier. Ze wonen boven de Citybar en hun dagindeling moet dan wel aangepast zijn. Uiteraard moeten hun beide kinderen ’s morgens tijdig de verzorging hebben, maar dat lukt best.
‘Hebben die geen problemen van de drukte in de bar?’ ‘Niet het minst. Daar is met de bouw ook wel op gerekend overigens en het is er heerlijk rustig. En het loopt hier fijn, we kunnen het best met onze gasten vinden. Voor de zondag gaan we wat meer op de toer van voor de jongeren boven 16 jaar en verder gaan we met heel veel vertrouwen de toekomst tegemoet’. Zo ongeveer zei Hamming het, die als een rustig en gezellig gastheer zijn gasten veel aangename uurtjes wenst in de bar, die nu al weer tien jaar lang zo gezellig functioneert.
Op deze foto hieronder ziet u een foto gemaakt in het Oosteinde met op de achtergrond (precies achter de wielrenners) de grote Papillon Bar. Met links (achter de rug van de wielrenners) snoepwinkel A. Hofstede.
Veel personeel van de Papillon Bar zat toen bovenop het dak te kijken naar dat wat zich afspeelde in het Oosteinde.
Hardenberg als streekcentrum krijgt steeds meer te maken met de streken van opgeschoten jeugd uit de regio. Streken die echter handen vol geld maar ook irritatie ergernis kosten. De bewoners staan als het ware machteloos tegenover de situatie zoals die in het Oosteinde is ontstaan. Amper was verleden week de promenade in Voorstraat en Oosteinde geopend, of in de nacht van vrijdag op zaterdag werden de eerste vernielingen aangericht.
‘Je staat er met ingehouden woede en tranen in de ogen naar te kijken als je ziet hoe die dronken kerel te keer gaan’, zegt een van de omwonenden die van dit nachtelijk gebeuren getuige was. ‘Ze trokken struiken en planten uit de bloembakken en smeten die tegen de ramen en etalages. De grote bloembakken werden gewoon op straat omgekeerd en even later leek het alsof er een ware veldslag had gewoed. En dat alles omdat die discobar hier is gevestigd waar ze zich dan ook laveloos drinken. Die bar is een enorme trekpleister voor de jeugd uit heel de regio en nu in het vakantieseizoen nog meer natuurlijk.
Het erge is dat de gemeente die gelegenheden tot twee uur ’s nachts open laat. Dan begint de ellende pas goed, want buiten gan ze zich te buiten aan allerlei ellende’. Een getuige wist het kenteken van een auto te noteren en dit aan de politie door te geven. ‘We zijn er achteraan geweest en we hebben de wagen op het juiste adres terug gevonden’, zegt inspecteur P. Gassenbeek op het politiebureau. ‘Maar op dat moment kwam er ook een melding van een aanrijding en toen moest de wagen naar Slagharen. Ze konden op dat moment ook weinig doen. Het is geen feit waarvoor je een woning binnen gaan en waarvoor je iemand in verzekerde bewaring kan stellen’.
Bij de recherche wist men van het hele geval ook weinig af. ‘De bewoners en omwonenden kunnen dan wel klagen, bij ons is er geen aangifte van vernieling binnengekomen’ zegt de recherchecommandant. ‘En wat moeten we dan? Wij kunnen er dan niet achteraan gaan’. Het geheel is een uiterst moeilijke zaak, voor omwonenden en voor de gemeente. Klagen alleen helpt niet. De politie houdt, ondanks onderbezetting door de vakantie, een extra oogje in het zeil, maar als de politie er is gebeurt er niets.
Goed, het kan preventief werken. Maar als de omwonenden er zo’n last van hebben moeten ze gezamenlijk een brief opstellen en die, ondergetekend door alle belanghebbenden, aan het college van B en W richten. Het college zal dan ons als politie vragen wat er eventueel aan te doen is en wij zullen advies uitbrengen. Dan kunnen we de mogelijkheden bekijken’, aldus een politiewoordvoerder.
Opmerkelijk is het dat de meeste overlast niet van de Hardenbergers, maar juist van die lui buiten de stad komt. Dat blijkt ook uit de vernielingen die worden gepleegd in trein en bus. Voor de omwonenden en de Handelsvereniging, die er alles aan doen om een zo gezellig mogelijke winkelstraat te hebben, is het natuurlijk een trieste zaak dat al hun werk door zo’n stel, al dan niet brooddronken lui, wordt vernield. Misschien dat er eens overleg gepleegd kan worden tussen de belanghebbenden, politie en gemeente en dat dan een oplossing kan worden gevonden?